U2 - How to dismantle an atomic bomb (waardering Muziekwereld) ****
Het vijfentwintigjarig jubileum van de
Rolling Stones werd in 1989 gemarkeerd door het album Steel wheels, de zoveelste
in een uitputtende rij zouteloze platen die de creatieve teloorgang van de
'Grootste Rockband ter Wereld' onderstreepte. Een plaat die bovendien
uitsluitend gekocht werd door babyboomers die hun Stones-collectie per se
compleet wilden houden, of als opmaat voor de gelijknamige wereldtournee van het
reizende knekelhuis. Volgend jaar is het precies een kwart eeuw geleden dat die
andere 'Grootste Rockband ter Wereld' debuteerde met Boy. En wat je verder ook
op U2 (want daar hebben we het natuurlijk over) aan hebt te merken, in
vergelijking met de vijfentwintigjarige Stones van destijds, zijn Bono en zijn
mannen nog steeds vitaal en muzikaal relevant.Het beste bewijs voor die stelling
is de huidige single Vertigo: een liedje met een punkachtige directheid, dat
niet alleen moeiteloos de hitparades bestormt maar bovendien de soundtrack is
van het hipste speeltje sinds de Tamagotchi: de iPod. Om nog een keer de
vergelijking met de heren Jagger en Richards te maken: die hebben al decennia
niet meer aan serieus hitparadesucces geroken, en de marketingafdeling van Apple
zou collectief ontslagen zijn, zouden zij het gewaagd hebben de Stones aan de
mp3-generatie op te dringen. U2 lijkt dus de eeuwige
jeugd te hebben. Terwijl de Simple Minds hun pensioen bij elkaar scharrelen met
veredelde karaokeshows in biertenten, en The Cure teert op een zekere cultstatus
onder colle-gamuzikanten, kan het viertal uit Ierland zich nog steeds met recht
de Grootse Rockband ter Wereld noemen. Die status hebben ze niet te danken aan
het vermogen om zichzelf - zoals Madonna en Prince - voortdurend opnieuw uit te
vinden. In de jaren negentig heeft de band weliswaar getracht een experimentele
koers te varen, maar dat resulteerde in gewild ironische of quasi-postmoderne
albums als Achtung baby, Zooropa en Pop. De fans konden deze pogingen maar matig
waarderen, en in artistiek opzicht hobbelde U2 voortdurend achter de feiten aan.
Hoe graag ze ook wilden, het was duidelijk dat de mannen geen grensverleggende
avant-gardisten waren. U2 bestaat bij de gratie van het grote gebaar, het naar
pathos neigende vermogen om door middel van wapperende vaandels en
onvergetelijke vuren vijftigduizend harten als één te laten kloppen.
Tot dat inzicht moet de band zelf ook gekomen zijn, want na All that you
can leave behind (uit 2000) is How to dismantle an atomic bomb, dat deze week
officieel verscheen, opnieuw een plaat die teruggrijpt op het gepatenteerde
U2-geluid uit de jaren tachtig. Steve Lillywhite, producer van het eerste uur en
de uitvinder van de stadion-New Wave, had weer de leiding in de studio (daarbij
geassisteerd door andere usual suspects als Brian Eno en Daniel Lanois), en
Anton Corbijn werd wederom gevraagd een grofkorrelig plaatje voor de hoes te
schieten. Kortom, How to dismantle an atomic bomb is vintage U2.
De titel suggereert een politieke lading, wat gezien Bono's permanente
bemoeienis met de wereldvrede voor de hand zou liggen, maar het stichtelijke
vuur blijft beperkt tot een paar steunbetuigingen aan Amnesty en Greenpeace, en
de wat potsierlijke oproep 'to help us free Burma' (klaarblijkelijk vormen de
leden van U2 in hun schaarse vrije tijd een Birmees rebellencommando). Nee, de
nieuwe plaat is vooral persoonlijk van aard: deels geïnspireerd door het
overlijden van Bo-no's vader, verder vooral door de klassieke U2-thema's geloof,
hoop en liefde. Zo heet het sluitstuk van de plaat onomwonden Yahweh en eist
Bono op Love and peace or else liefde en vrede, of we zullen ervan langs krijgen.
Ook muzikaal tapt U2 uit het bekende vaatje. De elf songs zijn grofweg te
verdelen in midtempo rockers van het kaliber Miracle drug, een episch nummer,
dat langzaam naar een onvermijdelijk crescendo toewerkt, en grandioze ballads
als Sometimes you can't make it on your own, waarbij The Edge de deuren van de
echokamer als vanouds wijd openzet en Bono als gekwelde Ierse soulzanger
voortdurend de toppen van zijn bereik zoekt. Na het wisselvallige All that you
can leave behind hebben ze het kunstje weer helemaal in de vingers.
Het tekent de sterkte én de zwakte van U2. Wellicht met uitzondering van
Muse is er geen enkele band die in staat is om een groot publiek tot aan het
laatste stoeltje op de achterste rij van het grootste stadion in opperste
vervoering te brengen, anderzijds is het onvermijdelijk dat U2 te zijner tijd
vastloopt in z'n eigen muzikale formule. Het is niet de vraag óf U2 ooit een
Steel wheels zal afleveren, maar wannéér. Vooralsnog is How to dismantle an
atomic bomb de beste U2-plaat van de afgelopen tien jaar, en dat is al heel wat
voor een veteranenclub.
Jerry Goossens
© Het Parool, 30-11-2004
Gepubliceerd op Muziekwereld: 8 december 2004