Lucy Kaplansky - The red thread
****½
“The Red Thread”, de titel van Lucy Kaplansky’s onlangs verschenen vijfde album, verwijst naar een oud Chinees geloof dat zegt dat de ziel van een kind vanaf zijn geboorte door een onzichtbare rode draad verbonden wordt met allen die een belangrijke rol in zijn leven zullen gaan spelen. Een titelkeuze die we uiteraard moeten zien in het licht van de recente adoptie van haar dochtertje Molly, een jong Chinees meisje. Maar evengoed in het licht van de gebeurtenissen op die tragische elfde september, toen Kaplansky dicht in de buurt van Ground Zero in New York verbleef. De zes samen met haar wederhelft Rick Litvin gepende originelen op “The Red Thread” zijn dan ook een duidelijke reflectie van Kaplansky’s geestesleven van de voorbije twee jaar. In liedjes als het met John Gorka gebrachte “Line In The Sand” of het ingetogen “Land Of The Living” spreekt Lucy zonder schroom over de fatale klap die haar land op moreel vlak werd toegediend, over de zinloosheid van geweld, over de verstrekkende gevolgen ervan voor de niet-betrokken allochtonen uit de buurt. Anderzijds voert in nummers als “The Red Thread”, “I Had Something” (met Richard Shindell) en “This Is Home” (opnieuw met Gorka) het beleven van haar (nakende) moederschap de boventoon. “This is home, where I want to be – This is home, let’s make a family – Baby you and me – Baby you and me,” zingt ze in dat laatste nummer, daarmee haar door het gebeurde alleen maar gesterkte hang naar de geborgenheid van een eigen huiselijke kring uitdrukkelijk verwoordend. Zoals steeds last Kaplansky ook op “The Red Thread” ook weer een stel ijzersterke covers in. Ditmaal liet ze haar oog vallen op het folkrockertje “Off And Running” van James McMurtry en gebracht met collega Eliza Gilkyson, op de Buddy Miller-Jim Lauderdale-compositie “Hole In My Head” – hier uitgroeiend tot een mooi staaltje van folky country, op wijlen Dave Carters fraaie “Cowboy Singer” en Bill Morrissey’s “Love Song / New York” (waarvoor ook Jonatha Brooke even van de partij was). Kaplansky toont op die manier eens te meer niet alleen een voortreffelijke liedjesschrijfster te zijn, maar ook een fantastische vertolkster. En met “The Red Thread” verdient ze wat mij betreft onderhand definitief een plaatsje tussen de allergrootste vrouwelijke singer-songwriters van het ogenblik als een Nanci Griffith, een Shawn Colvin, een Suzanne Vega of een Eliza Gilkyson. Haar trefzekere pen, die hemelse stem en tonnen goede smaak volstaan daartoe ruimschoots.
13 mei 2004
Tracks en Credits Terug naar Hoofdindex