Ali Farka Touré - Savanne (Waardering Muziekwereld) *****
Een mooier afscheidscadeau dan het magnifieke album Savane had de Malinese ‘King of the Desert Blues Singers’ en de dubbele Grammy winnaar niet achter kunnen laten. Savane, zijn eerste soloalbum sinds Niafunké in zeven jaar, is het laatste deel van de Hotel Mande-sessies in Bamako, waartoe ook Ali’s laatste Grammy-winnaar met koraspeler Toumani Diabaté, het meesterwerk In The Heart Of The Moon, behoort. Op dezelfde directe wijze opgenomen door de befaande Worldcircuit engineer Jerry Boys. Daardoor klinkt het album bijna of je er zelf bijzit. Vanaf het openingsnummer Erdi, een soort van universele oerblues (met jankende harmonica), laat het ensemble er geen gras over groeien. Ali en de zijnen bouwen ferme, vaak snerpende gitaargrooves op, waarbij plonkende ngoni’s (woestijnluiten) en de hoog jankende njarka-viool aan menige climax bijdragen. Tenorsaxofonist Pee Wee Ellis voelt de gedragen en slepende songs perfect aan en zijn bijdragen in Beto, Erdi en N’jarou geven de desolate muziek nog meer intensiteit. Hanana, waar njarka en galopperende kalebassen het voortouw nemen, is een heftig instrumentaal tussendoortje over het besnijdenisritueel. De vele slepende tracks met fraaie thema’s als voodoogeesten in een meer vlakbij Niafunké en diverse tributen aan mannen en vrouwen, voor wie Ali diep respect heeft, bezitten bijna spirituele diepte. Door de hoekige parlando’s van Ali’s diepe gromstem en de herhalende koorzang krijgen ze regelmatig hypnotische trekken. Vooral in Soko Yinka en Gambari Didi, die Ali overigens net als Machengodi (aan de slag!) al in de jaren zeventig, in zijn Radio-Mali-tijd, had opgenomen. Ook Prenda Yoro, een Peul-song, en Ledi Coumbe, een Spartaanse variatie daarop, hebben dezelfde dwingende aanwezig groove. Savane is absoluut zijn meest gevarieerde en op de valreep van leven en dood ook nog zijn allerbeste album geworden. Over de kern van Savane: ‘niet de muziek is belangrijk, maar wat er in de songs (in Peul en Sonria) verteld wordt. Maar de muziek moet wel goed genoeg zijn, zodat de mensen willen luisteren’, hoeft niemand zich ook maar enige zorgen te maken. De burgemeester van Niafunké kan voor altijd tevreden zijn.
6 novermber 2006