Aja Monet - When the poems do what they do (Waardering Muziekwereld) 9
In haar essay "Poëzie is geen luxe" uit 1977 gaf de feministische dichteres en essayiste Audre Lorde een diepgaande herinterpretatie van de literaire vorm. "Ik heb het hier over poëzie als een openbarende distillatie van ervaring," schrijft ze, "niet over het steriele woordspelletje dat de witte vaders maar al te vaak aan het woord 'poëzie' hebben gegeven." Hier stelt Lorde dat een gedicht niet per se indrukwekkend is vanwege de slimme constructie of het naleven van eeuwenoude conventies, maar eerder vanwege de emotionele eerlijkheid en kracht die het overbrengt. Op haar debuutalbum, wanneer de gedichten doen wat ze doen, neemt dichteres Aja Monet op glorieuze wijze Lorde's visie over terwijl ze nadenkt over de littekens van sociaal onrecht, de kracht van de liefde en haar eigen veelvoudigheid.
In haar vorige bundels, zoals My Mother Was a Freedom Fighter en The Black Unicorn Sings, verkende Monet thema's als kindertijd, ras en de ritmes van New York City met een zeldzame zachtheid en een nauwkeurig oog. Haar nieuwe plaat borduurt voort op deze onderwerpen en neemt ons mee met door stormen geteisterde huizen en touwtjespringwedstrijden terwijl ze de zwarte vreugde en de plaag van het kapitalisme onderzoekt. De ongehaaste en zachte arrangementen die haar woorden begeleiden - verzorgd door de Grammy-winnende trompettist Chief Xian aTunde Adjuah, drummer Marcus Gilmore en andere geprezen muzikanten - dragen alleen maar bij aan de ernst en verwondering.
Op het openingsnummer "I Am" klinken getikte ritmes als verdwaalde regendruppels op een ruit; Monet begint zichzelf te beschrijven in al haar tegenstrijdigheden en complexiteiten en schildert zichzelf tegelijkertijd als "een kus die trilt, een machete die bloedt ... een flirt met bruine drank". Het drummen gaat dan omhoog naar een crescendo, luid en grillig als een stormloop terwijl ze draait om de rol die anderen in haar leven hebben gespeeld te erkennen. Als Monet aan het eind van het nummer roept: "Ik ben er door jou, we zijn hier samen, er is geen ik zonder jou", klinkt de percussie als een koor van bevestiging. Wanneer Monet haar werk hardop uitspreekt naast krullen van percussie en jazzy instrumentatie, creëert ze een uniek soort muzikale intimiteit. "Weathering" begint met een lange, lome jazzintro die voornamelijk bestaat uit een gedempte trompet over geborstelde drums en piano. Het is langzaam en sensueel en onderstreept Monets verrukkelijke teksten over een geliefde die "wonden kust en tornado's langs mijn ruggengraat laat losbarsten". Hoewel ze in haar teksten vaak de grootsheid van de natuurlijke wereld oproept, kan ze ook een meer alledaagse manier van schrijven gebruiken; in "Why My Love" beschrijft Monet een genegenheid voor haar gemeenschap die "inheems, oceaanbreed, hemeldiep" is en dan "kontschoppen, verantwoordelijk". Een luchtige fluit vliegt sierlijk over en herinnert aan de lichtheid die liefde kan geven, zelfs in donkere tijden. Het hoogtepunt van de plaat is "Black Joy", dat teder de schoonheid en levendigheid van Monet's woonplaats beschrijft, zelfs als het te kampen heeft met geweld. Ze merkt "twerks and taps, jooks and jives, Harlem shakes, electric slides" op, evenals buren die op hun veranda schommelen en barbecuen in hun achtertuin. Op de achtergrond weerklinkt het gepraat van de straat: vage lachgeluiden, een "whoop!". Als Monet zegt dat "vreugde rechtvaardig en ratelend is", hoeven we ons niet af te vragen wat ze bedoelt; in plaats daarvan ervaren we het samen met haar. Dit is een kijkje in haar verlangens, angsten en dromen, aangeboden met onverzettelijke eerlijkheid.
Gepubliceerd op Muziekwereld: 20 augustus 2023