VanWyck - The epic tale of the stranded man (Waardering Muziekwereld) 9½
De zee geeft. De zee neemt. Een man spoelt aan op een eiland. Uitgeput en gewond. Hij heeft geheugenverlies. Een vrouw vangt hem op. Ze zorgt voor hem, ze verpleegt hem. En ondanks dat ze hem niet kent, hij een donkere kant heeft, is er geen terughoudendheid bij haar te bespeuren. Ook niet daar waar het haar gevoelens betreft. Zie hier het concept voor “The epic tale of the stranded man”, het vierde album van VanWyck. Het eerste album dat is uitgebracht op het onvolprezen Excelsior Records label. Na het ingetogen album “God is in the detour”, dat hoge ogen gooide bij zowel pers als publiek, is dit een nieuwe stap in de wondere wereld van Christien Oele. Een wereld waarin ik graag vertoef.
Een conceptmatige aanpak wordt vaak gezien als ambitieus en dat geldt ook voor dit album. Hier wordt tenslotte een verhaal verteld aan de hand van liedjes waardoor deze, in sommige gevallen, minder een kop en staart hebben dan voorheen. De karakters worden, ook door de prachtige en subtiele arrangementen van Reyer Zwart, goed uitgediept waardoor ze extra kleur op de spreekwoordelijke wangen krijgen. Zoals in het openingsnummer, “The stranded man”, waarin in het eerste deel de vrouw aan het woord is. Op het moment dat de man aan bod komt verandert het lied van tempo en gezongen toonhoogte en klinken de strijkers plots een stuk dreigender. De gestrande man is geen onbekende. Hij is, op zijn minst, zielsverwant aan de bewapende en mysterieuze man die Christien Oele in “My sweetheart” heeft bezongen en die, in dat lied, diep in een woud woont. Het lijkt dezelfde persoon te zijn die met regelmaat terugkeert in nummers als “Be it to the end” en “As yours turn into mine”.
Het openingslied en slotlied zijn bezongen vanuit het oogpunt van de vrouw. De rest van de nummers uit het oogpunt van de man. Daar de aangespoelde man koortsig is en ijlt heeft Christien Oele zichzelf “carte blanche” gegeven daar waar het haar fantasiewereld en verbeeldingsvermogen betreft. Verkerend tussen waan en werkelijkheid komt hij in aanraking met de meest vreemde wezens die het mysterieuze eiland bewonen zoals de in raadsels sprekende Ciceline, een vormloos schepsel, dat als een soort van kameleon iedere kleur kan aannemen. Het ongemakkelijke gitaar- en banjospel, waarbij wordt geknipoogd naar de Cabaresque muziek van Tom Waits, weerspiegelen haar karakter fraai. Is het zijn geweten of wordt dat enkel aangesproken? Zijn demonen trotserend zakt de man steeds verder het moeras in totdat “The smiling prophet”, een sleutelnummer, instrumentaal maar ook tekstueel hoop en genezing biedt. Hoe interessant de aangespoelde man ook mag zijn, het karakter van de vrouw is voor mij interessanter. Waarom geeft zij zich zo onvoorwaardelijk? Waarom voelt zij zo noodzaak om hem te verzorgen en hem uiteindelijk lief te hebben? “Ik hou de zaken graag fluïde”, schreef Christien Oele laatst en misschien is dat wel precies wat ze hier doet: ze kadert het niet af. Het sublieme album eindigt met “My baby rides a dark horse”, een lied waarin de vrouw de man volgt in een tocht over het eiland. Een tocht die uit drie delen bestaat. De prachtig aanzwellende strijkers zorgen daadwerkelijk voor een episch slot van het verhaal. Er gaat rust uit van het lied. De acht strofen zijn volledig met elkaar in balans en door de cadans ontstaat er continuïteit. Het lijkt op een soort van toekomstbeeld. Het is geen volgzaamheid dat de vrouw drijft, ze handelt uit vertrouwen. Ondanks zijn donkere kant. Als de laatste tonen wegsterven is dat wat er overblijft. Althans, dat wil ik graag geloven. “The epic tale…” is deels geïnspireerd op “The rime of the ancient mariner”, een gedicht uit de 18e eeuw. Maar het verhaal dient vooral als metafoor voor zwervers die iedere dag aanspoelen op stoepen van onder meer supermarkten. Mensen waar men liever geen oog voor heeft. Mensen die vaak oogcontact vermijden omdat het lijkt alsof ze de verwachting daarop hebben opgegeven. Mensen, smiling prophets met een boodschap als ik het goed interpreteer, waar wij, eerlijk gezegd, niet goed voor zorgen en te vaak links laten liggen.
Christien Oele schreef dit album in een periode waarin de wereld werd gegijzeld door corona. Een tijd waarin zorgen voor een ander juist een extra dimensie kreeg. Maar ook een tijd van eenzaamheid en verlangen. Ze creëerde een parallelle wereld, een eiland waar deze thema’s onder meer centraal staan. De coronaperiode is ook een tijd geweest waarin afscheid is genomen van Martin. Een man die zoveel meer was dan zomaar een dierbare vriend. Het zou een kwestie van tijd zijn geweest dat we samen, ongetwijfeld met onze vrouwen, een concert van VanWyck zouden hebben bijgewoond. Omdat hij nu ook eenmaal zeer onder de indruk was van haar muziek. Tijd. Het was één van zijn meest geliefde onderwerpen. Niet voor niets zal het gedicht “Eb” van Vasalis, waarin tijd centraal staat, gedeclameerd worden op het moment dat restanten van zijn as zullen worden uitgestrooid. “Ik ben een Oceaan van wachten, waterdun omringd door het ogenblik”. Het is één van de tekstregels uit dit indrukwekkende gedicht. Het zijn woorden die de vrouw uit “The epic tale…”, zij het in een andere betekenis, op het lijf lijken te zijn geschreven. Ook zij heeft gewacht. In eenzaamheid en verlangen. Uitkijkend over de zee. Kijkend naar de getijen die tijd symboliseren. Vloed gaf haar de gestrande man. Eb absorbeerde zijn demonische dromen. Spoelde ze van het eiland af. Zoog ze mee de zee in. Zoals eb ook Martin uit onze levens zoog.
De zee geeft. De zee neemt.
Recensent: Ed Muitjens (Blog Johnnys Garden)
Direct link: The Epic Tale of the Stranded Man – Johnny's Garden (johnnysgarden.nl)
Gepubliceerd op Muziekwereld: 15 mei 2022