Yann Tiersen & Shannon Wright - Yann Tiersen & Shannon Wright  **** 

Yann Tiersen & Shannon Wright - Yann Tiersen & Shannon Wright

Voor de meeste mensen zal het waarschijnlijk steeds weer een zware opgave zijn om eind oktober de klok een volle ronde terug te draaien. Het eenmalige uurtje extra slaap van zaterdag op zondag weegt voor de meesten blijkbaar niet op tegen die herfst- en winteravonden waarbij de donkere avond véél te vroeg zijn intrede doet en een kille onbehaaglijkheid zich van huis en straten meester maakt.
Maar herfst en winter zijn wel bij uitstek dé perioden van het jaar waarin muziek die er echt toe doet, het best gedijt. Zomers klinkende platen slagen erin om een streepje warmte in de huiskamer te injecteren, en voor wie zich ten volle wil laten opslorpen in de winterse duisternis, komen er elk jaar tussen oktober en januari wel een tiental albums uit die voorbestemd lijken om de soundtrack te vormen bij “het vallen van de bladeren”. De eerste herfstflarden werden mij reeds tijdens de zomermaanden in de aderen gepompt door Shannon Wright, een door persoonlijke demonen gekwelde verhalenvertelster die zichzelf met behulp van een “vuile” gitaar met haar laatste plaat Over The Sun tot één van mijn persoonlijke favorieten kroonde. We zijn nauwelijks een paar maanden verder en daar is de Steve Albini-protégée al terug met nieuw werk, en dan nog wel in het uitgelezen gezelschap van Yann Tiersen, de Breton die we de laatste jaren vooral een bijdrage hoorden leveren aan de zevende kunst – de sterke soundtracks van onder andere Le Fabuleuse Destin d’Amelie Poulain en Good Bye Lenin zullen bij de jullie nog kakelvers in het geheugen liggen - maar zich ook al liet opmerken aan de zijde van Lisa Germano en op l’Absent Friends, het heel straffe laatste album van Neil Hannons Divine Comedy.
De combinatie van een vervaardiger van de fijnste filmmelodieën en één van de meest essentiële songschrijfsters moét wel voor vonken zorgen, hoor ik jullie denken. Tiersen laat zich op dit titelloze, in een maagdelijk witte verpakking gestoken album echter van een geheel andere kant zien. Van de Montmartre-deuntjes die op de OST van Le Fabuleuse Destin d’Amelie Poulain nog de scepter zwaaiden, is hier niet veel terug te vinden. In de plaats stelt de Fransoos zijn haarscherp gevoel voor instrumentatie en arrangementen geheel ter beschikking van zijn – waarschijnlijk éénmalige – partner, een Shannon Wright die zich maar niet kan losrukken uit een maalstroom van ellende. Tiersen werpt zich op dit album dan ook nadrukkelijk op als de opvolger van collega Michael Nyman, met wie hij vaak tot in den treuren wordt vergeleken. De vergelijking gaat hier wel degelijk op: enkele van de nummers ademen – mede dankzij een omnipresente piano – hetzelfde dramatische sfeertje uit als Nymans soundtrack voor ‘The Piano’, met dat verschil dat de tragiek nog eens wordt versterkt door de aanwezigheid van Wright, die zich fluisterend, jankend en lamenterend afzet tegen Tiersens vaak adembenemende sfeerpanelen.
Vrolijk wordt deze samenwerking dan ook nooit: zelfs tijdens ‘Dragonfly’, waarin zuchtende accordeons even een valse triste proberen te openen, blijft Wright onbewogen voor Tiersens subtiele uitnodiging en zet ze haar klaagzang zonder omzien voort. Ook muzikaal drukt de trieste sirene gewoon haar eigen stempel op de nummers. Zo zijn ‘Dried Sea’ – je vindt werkelijk geen enkel sprankeltje hoop in het terneerdrukkende universum van de Amerikaanse – en ‘While You Sleep’ (een indrukwekkende tirade tegen een slapende, bedrieglijke minnaar) vooral ritmisch en door een zwaar op de sound wegende gitaar verlengstukken van Over The Sun en blijft Tiersens inbreng beperkt tot krijsende, gefrustreerde strijkers.
Dit is allesbehalve een makkelijk verteerbare brok, en net daarom waarschijnlijk niet geschikt voor mensen die aan het beluisteren van een plaat vooral een goed gevoel willen overhouden. Neen, dit album is eerder bedoeld voor hen die zich tijdens de donkerste dagen van het jaar het liefst voor het (open) haardvuur nestelen, in de hoop vat te krijgen op de duisternis die hen omringt. Maar qua uitvoering en vooral intensiteit is dit een werkstuk dat niet alleen onder je huid kruipt, maar eveneens overdag zijn sporen nalaat, wanneer een schuwe herfstzon zich eventjes laat opmerken. Indrukwekkend en voldoende voor een blijvende brok in de keel.

 

8 december 2004

Terug naar Hoofdindex