Martin Stephenson & the Daintees - Gladsome, humour & blue (Re-play) (Waardering Muziekwereld) ****
In 1982 maakten The Daintees met Prefab Sprout en The Kane Gang deel uit van de veelbelovende artiestenstal van het nog jonge platenlabel Kitchenware uit het Engelse Newcastle. Na de luchtige popsingle Trouble Town en het gunstig ontvangen debuutalbum Boat To Bolivia is het zestal nog altijd verbonden aan Kitchenware, zij het dat de distributie net zoals bij Prefab en Kane door een major wordt verzorgd. De naamsverandering in Martin Stephenson and the Daintees is geen overbodige luxe. In feite gaat het namelijk om singer/songwriter Martin ‘lollig hoedje’ Stephenson en zijn begeleiders, die op Gladsome, Humour & Blue worden bijgestaan door gastmuzikanten als Virginia Astley, Prefab-drummer Neil Conti en de Indiase percussionist Pandit Dinesh. Na Boat To Bolivia verdient deze bijzonder goed in het gehoor liggende opvolger opnieuw een positieve recensie, echter niet zonder een behoorlijke slag om de arm. Schijnbaar heeft Martin Stephenson het zich tot taak gesteld om binnen elf songs een handzaam overzicht te geven van de geschiedenis van het singer/songwriterschap. Zo klinkt hij in There Comes A Time als een jonge Leonard Cohen, komt neuzelaar James Taylor om de hoek kijken in The Old Church Is Still Standing, heeft de Caribische shuffle Wholly Humble Heart iets weg van Paul Simon, doet Me & Matthew aan Al Stewart denken en wordt de nagedachtenis aan Nick Drake in ere gehouden met de ouderwets/tijdloze folksongs The Wait en Even The Night. De keuze voor producer Paul Samwell-Smith is in dit licht geen verrassing, want deze voormalige Yardbird was eerder betrokken bij platen van singer/songwriters en folkies als Cat Stevens, Carly Simon en Renaissance. Zijn taak bestond op Gladsome….. voornamelijk uit het kraakhelder vastleggen van eerlijke, grotendeels akoestische muziek met hier en daar een strijkje of een zwoel achtergrondkoor. Het zoekplaatje wordt gecompleteerd wanneer dobrospeler Gypsy Dave Smith zich in Goodbye John mag ontpoppen als de Ry Cooder van Newcastle en als zich achter Slaughterman en Nancy respectievelijk een akoestische Prefab Sprout en een Aztec Camera met symphonie-orkest lijken te verschuilen. Gladsome, Humour & Blue is een prettig album met sterke, poëtische teksten. Alleen hoop ik dat het volgende meer als Martin Stephenson and the Daintees, en minder als het hoofdstuk singer/songwriters uit de popencyclopedie zal gaan klinken.
Archief Muziekwereld: 7 mei 1988