J.J. Cale - To Tulsa and back
****
De
Amerikaanse blueszanger en -gitarist J.J. Cale is superrelaxed. Zijn muziek
geldt sinds jaar en dag als de ideale muziek bij een joint of een goed glas
wijn. Zijn fluisterende zanglijnen bewegen zich steevast binnen een bereik van
enkele tonen.
Hij maakte al ‘relaxte’ muziek voordat
deze uitdrukking was 'uitgevonden'. Cale
was ‘cool’ toen dat alleen nog in de jazz voorkwam. J.J. Cale was even
wereldberoemd toen Eric Clapton zijn ‘After midnight’ de hitlijsten inzong.
Inmiddels is hij de pensioengerechtigde leeftijd reeds
gepasseerd. Optreden doet hij zijn hele leven al nauwelijks. Liever bewerkt hij
zijn eigen grond. Eén keer, lang geleden, zag ik hem in
Amsterdam. In een hoekje van het toneel, rug naar het publiek, schuw bijna. Na
vijftig minuten was het afgelopen. Geen toegiften. Het publiek accepteerde het.
J.J. Cale is een eenling. Zonder hem geen Dire Straits. Maar Mark Knopfler
bereikte nooit zo’n staat van onthechting en zo’n economische manier van
gitaarspelen als zijn grote idool. ‘Less is more’. Maar er broeit van alles
onder de oppervlakte. Ook weer op zijn nieuwe cd, de eerste na zeven jaar.
Natuurlijk maakt hij steeds dezelfde plaat. Er verandert niets. Hij is dezelfde
‘guitar man’ als op zijn vorige, zo getitelde, cd. Met zijn begeleiders keerde
hij terug naar zijn geboorteplaats, Tulsa, Oklahoma. En maakte
één van zijn betere albums. Verrukkelijke, ‘laid back’ zomermuziek die
ook nog ergens over gaat. In zijn teksten windt hij zich op over de teloorgang
van het milieu en de politiek van Bush. Maar alles op muziek waarvan ik
proefondervindelijk heb geconstateerd dat, in de auto beluisterd, de
snelheidsmeter zakt. Heerlijke zomerklanken en een meer dan aangename hernieuwde
kennismaking met een uniek artiest.
11 juli 2004
Terug naar Hoofdindex