Belle & Sebastian - The life pursuit (waardering Muziekwereld) ****
Een deel van de kleine, maar trouwe schare bewonderaars van Belle and Sebastian reageerde alsof ze bedrogen waren door een geliefde toen de band vorig jaar een album uitbracht dat afweek van de verlegen snoezelpop die ze van de Schotten gewoon waren. Op Dear catastrophe waitress, zoals de prachtige titel van dat album luidt, was Belle and Sebastian in zee gegaan met de fameuze jaren tachtig producer Trevor Horn (o.a. Buggles, Frankie Goes To Hollywood en Tatu), die hun geluid een extreme makeover gaf. Horns naam ontbreekt op de hoes van Belle and Sebastians zevende album. Maar voordat de fans 'jottum' fluisteren en van vreugde een volksdansje doen: een terugkeer naar het oude bandgeluid is The life pursuit bepaald niet. Vooropgesteld dat Stuart Murdoch's zangstijl onverminderd de kracht en gevoeligheid heeft van een doorschijnende, negentiende-eeuwse dichter in een tbc-sanatorium, klinkt zijn band op een aantal nummers verrassend stevig. Songs als White collar boy en Sukie in the graveyard knipogen op aanstekelijke wijze naar de glamrock van T-Rex. Nog opmerkelijker zijn de referenties aan zwarte grootheden als de Isley Brothers (de sologitaar op We are the sleepyheads) en Stevie Wonder. Tot zweterige dansvloerkrakers leidt dat niet, en het rocken zullen ze evenmin ooit onder de knie krijgen. Maar het geneuzel voorbij, klinkt Belle and Sebastian beter dan ooit.
© Het Parool, 07-02-2006
Gepubliceerd op Muziekwereld: 8 maart 2006