Daniel Martin Moore - Golden age (Waardering Muziekwereld) 8
Echt nieuw is dit “nieuwe” album van Daniel Martin Moore eigenlijk al niet meer. In de States was het immers al zo’n half jaar lang op de markt. Maar om ons niet meteen duidelijke redenen krijgt het nu ook hier eindelijk een serieuze kans. En dat is maar goed ook, want dit is echt wel een heel mooi geheel
Daniel Martin Moore werkte voor zijn inmiddels toch ook alweer zesde plaat nauw samen met Jim James. Die tekende met name voor de productie. En hij zorgde ervoor, dat de vocale kunstjes van zijn beschermeling in een wat voller decorum dan voorheen terechtkwamen. Een groter geluid, dat was de bedoeling. Eentje met een volledige band achter Moore, met ook veel toetsen en strijkers en met minder de nadruk op de gitaar. Van de partij voor het realiseren daarvan waren onder anderen toetsenist Dan Dorff, Jr., percussionist Dave Givan, bassisten Alana Rocklin en Zak Appleby (Houndmouth), strijkers Charlie Patton (cello) en Scott Moore (viool), nachtegaaltje Joan Shelley en uiteraard ook producer James, voor als er toch al eens ergens een gitaar nodig bleek. Martin zelf horen we vooral in de weer op de piano en sporadisch ook de gitaar. Met z’n allen tekenen zij voor een op de keper beschouwd redelijk tijdloos aanvoelend songtiental. Onwillekeurig denk je hierbij als luisteraar terug aan knapen als Nick Drake en Tim Buckley. Moore beschikt immers niet enkel over een enigszins vergelijkbare ijle stem, met heel wat van zijn liedjes doet hij ook dezelfde melancholische buurten aan als genoemde heren in heel wat van hun materiaal. A match made in heaven dus. Al is “Golden Age” inhoudelijk wel een stuk minder somber dan wat Nick Drake ooit te bieden had. Het is integendeel juist een heel warm, heel erg positief ingevuld geheel. Eentje dat er absoluut niet voor terugdeinst om bijvoorbeeld vriendschap en liefde volop te celebreren. Maar dan wel op een zodanig fraaie manier, dat het nergens banaal dreigt te worden.
Onze luistertips: de heerlijk elegante pianoballade “In Common Time”, het ook al lekker dromerig ingevulde titelnummer en afsluiter “How It Fades”, een ons best wel wat aan Ron Sexmith herinnerende herfstige trage.
Bron: www.ctrlaltcountry.be
Gepubliceerd op Muziekwereld: 7 juli 2016