Abba
Het Zweedse echtparenkoppel dat met zijn MOR-pop gezichtsbepalend is voor de jaren zeventig, op een manier zoals The Beatles de jaren zestig kleuren. Anders dan The Beatles is Abba echter in geen enkel opzicht een subculturele verschijning; wel weet de groep kwaliteit en commercialiteit op een veelal voorbeeldige wijze te combineren. Björn Ulvaeus en Benny Andersson ontmoeten elkaar in '66. Ulvaeus speelt dan gitaar bij The Hootenanny Singers, die onder contract staan bij Polar Music, de platenmaatschappij van latere Abba-manager Stig Anderson. Veel succes hebben The Hootenanny Singers met Evert Taube en de single Björen Visa ('66). Andersson treedt in '64 toe tot The Hep Stars, die het jaar daarop met de single Cadillac razend populair worden. Het zoete Sunny Girl is ook in Nederland een grote hit. Samen schrijven Andersson en Ulvaeus It Isn't Easy To Say, een gouden plaat in Zweden. Nadat Benny in '69 The Hep Stars verlaat, gaan beiden als producers verder. Benny ontfermt zich over een album van zijn verloofde, het voormalige tienersterretje Anni-Frid Lyngstad. Ook Agnetha Fältskog is vóór haar Abba-periode al zeer populair in Zweden. Vanaf '68 scoort ze diverse hits. In '71 trouwen Agnetha en Björn. In '70 staan de beide stellen voor het eerst samen op het podium als het Festfolk Quartet. Als het jaar daarop de eerste single She's My Kind Of Girl verschijnt, is de naam veranderd in Björn & Benny + Anna & Frieda. De plaat is in Zweden zelf niet zo'n groot succes. Wel in Japan, waar van de single meer dan een half miljoen exemplaren worden verkocht. In '73 doet het kwartet mee aan het Zweedse Nationale Songfestival met Ring Ring. De groep wordt in de voorronde reeds gewipt, maar de single bereikt wel de Nederlandse Top 5. Met Waterloo wordt een jaar later wél het Eurovisie Songfestival gewonnen; geheel in de tijdgeest verschijnt het inmiddels tot Abba herdoopte viertal met glitterkostuums, plateauzolen en stervormige gitaren. Hoewel de groep pas in '75 definitief doorbreekt met S.O.S., worden in de Benelux ook Honey Honey en I Do I Do I Do al flinke hitsuccessen. Het Amerikaanse continent aarzelt nog even, maar gaat met Dancing Queen overstag. In de tweede helft van de jaren zeventig breekt Abba alle internationale verkooprecords. Het gigantische succes van de groep is behalve aan een goed oor voor de trend van de dag vooral te danken aan de sterke composities, de in harmonisch opzicht gewaagde arrangementen en de technisch perfecte productie van Andersson en Ulvaeus. De albums van Abba zijn aanvankelijk niet meer dan verzamelingen singles, aangevuld met b-kantjes en demo's, maar vanaf Arrival worden ze met dezelfde zorg gemaakt als de singles. In '81 circuleren de eerste geruchten over de verslechterende verhoudingen binnen de groep, kort daarop gevolgd door het nieuws over de scheiding van Frida en Benny. Hoewel de leden aanvankelijk proberen Abba overeind te houden, valt het doek in het najaar van '83 tijdens de opnamen van wat het tiende officiële album had moeten worden, Opus 10. Frida verhuist naar Londen, waar zij zich richt op een aanvankelijk succesvolle solocarrière. Het door Phil Collins geproduceerde Something's Goning On levert met I Know There's Something Going On en To Turn To Stone grote hits op. Na het in commercieel opzicht teleurstellende Djupa Ande Tag komt haar sololoopbaan op een laag pitje te staan. Wel scoort ze samen met de groep Ratata in '87 nog een Zweedse nummer 1-hit in met As Long As I Have You. Met een bewerking van Julian Lennons Salt Water vraagt ze in '92 aandacht voor het milieu. De onverminderde populariteit van Frida blijkt als ze in '96 met haar nieuwe single Även En Blomma èn haar nieuwe album binnenkomt op de eerste plaats van de Zweedse hitparade. Ook Agnetha's solocarrière start veelbelovend, maar na het door Mike Chapman geproduceerde Wrap Your Arms Around Me blijven de internationale hits uit. I Love My Life verzamelt haar solowerk vóór, tijdens en na Abba. Ulvaeus en Andersson concentreren zich samen met musicalcomponist Tim Rice op de productie van de musical Chess waarvan in '84 de soundtrack Chess verschijnt, en die in de vorm van het door Elaine Paige en Barbara Dickson gezongen I Know Him So Well en het door Murray Head uitgevoerde One Night In Bangkok twee grote hits oplevert. Chess loopt ook in het theater, onder meer in het Amsterdamse Concertgebouw. In '86 produceren Andersson en Ulvaeus van het Zweedse duo Gemini. Het hitje Just Like That is een opnieuw ingezongen overblijvertje van . en zijn grotendeels instrumentale soloplaten van Andersson. Voor de Ainbusk Singers schrijft hij de Zweedse nummer 1-hit Lassie, en met de uit die groep afkomstige zangeres Josefin Nilsson maakt hij , een op de Abba-sound gebaseerd popalbum met nieuw materiaal van Björn en Benny. In '92 is er plots sprake van een Abba-revival, aangestoken door de hit-EP Abba-esque van Erasure, de succesvolle optredens van de Australische persiflagegroep Björn Again (hoewel hun met covers van jaren zeventig- en tachtig-hits gevulde Shapes geen enkele Abba-song telt) en niet in de laatste plaats die van De ABBA's. De compilatie ABBA Gold wordt in meer dan 20 landen platina. De songs van Abba staan ook centraal in de Australische speelfilms Muriel's Wedding en Priscilla, Queen Of The Desert. In de zomer van '92 verschijnen Björn en Benny in Stockholm bij U2 op het podium om Dancing Queen mee te zingen, maar vertellen dat er van een reünie geen sprake kan zijn. Voor de jongste generatie Abba-fans is er echter de groep One More Time met op toetsen Bennies zoon Peter Gronvall (de achternaam is die van zijn moeder), die in oktober '92 met Highland de Nederlandse Top 20 haalt. Vier jaar later treedt Peter met zijn band opnieuw in de voetsporen van zijn vader door mee te doen aan het Eurovisie Songfestival met Den Vilda, dat een verdienstelijke derde plaats bereikt. De eind '94 uitkomende 4CD-box bevat alle hits plus een collage van nooit eerder uitgebrachte studio-opnamen (totaal 66 tracks), die vooral duidelijk maakt hoe de leden van Abba net als de door hen bewonderde Beatles en Beach Boys eindeloos experimenteerden met arrangementen en orkestraties. In oktober '95 gaat de nieuwe musical van Ulvaeus en Andersson in première, Kristina Fran Duvemala (naar De Immigranten van Vilhelm Moltberg). Het spektakelstuk is een groot succes en de gelijknamige soundtrack (drie uur muziek op drie CD's) is binnen de kortste keren goud. Op 1 jul '99 komt voor velen een droom uit als Bjorn, Benny, Anni-Frid en Agnetha voor het eerst sinds '81 weer samen op een podium staan en zingen. Niet in een grote zaal maar op het 50ste verjaardagsfeetsje van ABBA-secretaresse Gorel Hanser. Hoewel de onderlinge betrekkingen tegenwoordig hartelijk zijn, sluiten de vier een officiële reunie uit. Bjorn: 'We zouden er lachwekkend uitzien. ABBA is over. Definitief.'